Beleren van je jonge menpaard met Harry van Middelaar

Laten wennen

Wanneer een paard wordt gebracht voor het betuigen kent deze in bijna alle gevallen nog niks. Dan is het belangrijk om het paard eerst te laten wennen aan het halster en het actief meelopen naast zijn begeleider. In het begin is het ook daarom beter om met twee personen te werken, zodat de tweede persoon het paard wat kan activeren om mee te lopen.“

Vaststaan

Voor het eerste deel van de africhting van het menpaard neemt Harry één van de jonge paarden die momenteel worden beleerd als voorbeeld. Hij krijgt een sterk halster om, dat heel gemakkelijk verstelbaar is, en wordt naar de wasplaats geleid. Daar wordt het paard vastgezet tussen twee touwen die zijn bevestigd met een paardenknoop. 

Zo kan hij rustig wennen aan het vaststaan onder veilige omstandigheden. Meteen de eerste keer controleert Harry de mond van de nieuwe paarden, vertelt hij. “Van wolfstandjes kunnen ze heel veel last hebben. Als die aanwezig zijn, laat ik ze door een paardentandarts verwijderen.”

Benen aanraken

De touwen zijn lang genoeg zodat er voldoende (en veilige!) ruimte is tussen de muur en het paard. Harry geeft vervolgens uitleg: “Dit is voor een aantal jonge paarden al best moeilijk, maar wanneer het paard het vaststaan kent, worden zijn lijf en vooral de benen voorzichtig afgespoten met water.”

“Op deze manier kunnen ze ook wennen aan wat druk op hun benen, wat het makkelijker maakt om later de benen veilig aan te raken. Ook het optillen van de voeten is een belangrijk onderdeel van de africhting. Voor de veiligheid kan dit worden geoefend met een wandelstok.” Hij demonstreert kalm het gebruik van de wandelstok en stelt het paard hierbij voortdurend gerust. 

Hij legt uit: “Door de ronde vorm van de bovenkant van de stok kan het been makkelijk worden opgetild en door de lengte van de stok sta ik op veilige afstand mocht het paard slaan.” 

Tekst en foto: Janneke Berghuis