Authentieke rijtuigen, bokrechters, een marathon van 42 kilometer lang, geen caps of bodyprotectors, een aanspanning in de sloot en de wereldtitel voor de Hongaar Imre Abonyi. Dat is in een notendop het eerste Wereldkampioenschap Vierspannen in Nederland, 44 jaar geleden.
Dit jaar heeft een gouden randje omdat het Wereldkampioenschap Vierspannen opnieuw in Nederland zal zijn, als ‘Corona’ tenminste geen roet in het eten gooit. Internationale men-grootheden hebben het indoorseizoen afgesloten en richten zich op het outdoorseizoen. De wedstrijd waar iedereen naar uitkijkt, is natuurlijk het WK in Kronenberg.
Een kleine vijftig jaar geleden, in 1972, werd in het Duitse Münster voor het eerst een WK Vierspannen gehouden. De Britse prins Philip was in die tijd voorzitter van de FEI. Hij zette zich in voor het opstellen van een reglement dat voor ieder land aanvaardbaar was. Destijds in Münster reden alle landen onder hetzelfde reglement mee.
Vóór die tijd waren er in West-Duitsland en Hongarije wel wedstrijden voor vierspannen, maar de reglementen per land liepen erg uiteen. Na Münster was Nederland in 1976 aan de beurt. Ondanks duidelijke voorschriften, stond de vierspansport in de kinderschoenen.
Het evenement werd in 1976 uiteindelijk gehouden bij Paleis het Loo in Apeldoorn, maar er waren eerst plannen om het in Groningen te laten plaatsvinden. Het Nieuwsblad van het Noorden meldt in januari 1976 dat de internationale federatie het evenement aan Groningen heeft toegewezen. Een maand later staat in diezelfde krant dat het feest niet doorgaat. De Groninger Vereeniging van Volksvermaken kreeg de financiën niet rond.
De kosten bedroegen ƒ350.000 waarvan ƒ100.000 werd gesubsidieerd door
de Nederlandse Sportfederatie. Door de geringe interesse van het Groningse bedrijfsleven kon er geen dekking worden gevonden voor het resterende kwart miljoen. Er werd gekozen voor Paleis het Loo in Apeldoorn, voornamelijk door de al aanwezige stallingsruimte voor meer dan tweehonderd paarden.
