Afbeelding

Omega-3 vetzuren voor paarden

Verzorging Opvallend Verzorging

Zoals bij ieder levend wezen, is ook bij paarden de juiste balans tussen omega-3 (ALA, EPA en DHA) en omega-6 vetzuren (LA, linolzuur) van groot belang voor de gezondheid. De één is niet per se belangrijker dan de ander (omega-6 vetzuren zijn niet ‘slecht’); ze vervullen beide essentiële functies in het lichaam. Het absolute gehalte en vooral de balans tussen de twee is het meest belangrijk.

Van vroeger uit

In groenvoer (vooral vers gras) zit maar een kleine hoeveelheid vet, maar het vet dat erin zit, bestaat wel voornamelijk uit omega-3’s (vooral ALA) en bevat minder omega-6 vetzuren. Aangezien paarden als grazers zijn geëvolueerd, zijn ze aangepast aan een dieet dat rijk is aan omega-3’s. 

Huidige voeding

Tegenwoordig bestaat een dagrantsoen voor een aardig deel uit granen, in de vorm van brok, muesli, granenmix, etc. Het vet in granen bevat juist voornamelijk omega-6 vetzuren. Dit geldt ook voor plantaardige oliën zoals bijvoorbeeld zonnebloemolie en maïsolie. Een modern dagrantsoen kan dus zorgen voor een scheve verhouding omega-3 en -6, wat kan leiden tot verhoogde ontstekingsactiviteit, verminderde vruchtbaarheid, een hyperactief immuunsysteem, etc.

Wat is de juiste verhouding?

Het is nog niet vastgesteld wat de meest ideale balans tussen omega-3 en -6 is voor paarden. Toch kan een rantsoen aangevuld met extra omega-3 (uitlijnzaadolie (ALA) en/of visolie (DHA en EPA)) een aantal gezondheidsvoordelen hebben. Voorbeelden hiervan zijn verbeterde vruchtbaarheid, verminderde allergische reacties en een verbeterde huid- en vachtkwaliteit. Een ratio om als richtlijn te gebruiken is 2-5:1 omega-3 tot omega-6. 

Rijk aan omega 3

Lijnzaadolie, visolie en sojaolie zijn rijk aan omega-3’s. Vooral lijnzaadolie is bekend voor gebruik bij paarden. Ga je meer vet aan het rantsoen van je paard toevoegen, trek dan een week of 2 uit om tot de uiteindelijke hoeveelheid te komen. De meeste paarden moeten wennen aan de smaak (vooral van visolie); bovendien heeft het lichaam ook tijd nodig om over te schakelen op een nieuwe samenstelling.

Bron: De Hoefslag