Afbeelding

Jantje: “Ik ben een huis-tuin-en-keukenmenner”

Recreatie

Jantje Boer haar grote liefde is pony’s en paarden. Haar eerste pony vond ze op de Zuidlaardermarkt op haar achttiende. Het was een jonge, onbeleerde pony waar ze zelf niet meer op zou passen, wat ze er wel mee kon: mennen. “Waar ik de liefde voor paarden gekregen heb, begrijpt mijn familie nog steeds niet. Maar dat het erin zat, was wel duidelijk.”

Samen met haar vader

“Samen met mijn vader ging ik op zoek naar een karretje en tuig. Door de advertenties af te struinen en door op die manier andere liefhebbers van het mennen te ontmoeten, leerden we meer over het mennen. Achteraf gezien, had ik nog steeds te weinig kennis om een pony te beleren, maar wisten wij veel. We deden het gewoon en pony Sammy liep binnen een mum van tijd voor de wagen. Daar bleef het niet bij, want er volgden ook nog een Haflinger, Welsh pony’s en diverse andere pony’s die we ook zelf voor de wagen beleerden. Vaak kwam er dan weer liefhebber voorbij die wel wat in de pony zag voor de sport of gewoon recreatief. Ik deed dat samen met mijn vader die er ook wel aardigheid aan had.”

Aangestoken met het paardenvirus

“Toen ik begon met mennen, zat ik nog op school. Een baan in de agrarische wereld bleek lastig te realiseren op dat moment. Na wat omzwervingen ben ik bij de DHL op de Vrachtwagen terecht gekomen, wel PK’s maar dan anders. In die tijd heb ik ook mijn man leren kennen en samen hebben we drie prachtige dochters. Onze dochters heb ik blijkbaar ook aangestoken met het paardenvirus. Ze rijden alle drie en samen brengen we vele vrije uurtjes door bij de pony’s. We hebben helaas niet de ruimte op ze thuis te hebben, dus staan ze bij mijn ouders. Mijn vader houdt nog altijd een oogje in het zeil.”

Laatste kleine pony

“Nu onze meiden wat groter worden, merk ik dat ik weer wat vaker kan mennen. De tijd die ik heb geïnvesteerd in mijn dochters zodat ze konden leren paardrijden, krijg ik nu een beetje terug. Ze helpen mij nu met de onze jonge Welsh. Hij is de laatste kleine pony die we nog hebben en hij is bij ons geboren. De oudste twee dochters rijden op een E-pony. Een van de E-pony’s heb ik ook al ingespannen. Mijn jongste dochter past nog net op de Welsh en o die manier maken we hem spelenderwijs zadelmak. We kennen deze pony al drie jaar lang en betrekken hem overal bij, dus de stap op om erop te gaan zitten, is klein. Ook het inspannen van de Welsh ging vlot. Hij is al vaak als handpony mee geweest achter de wagen en heeft daardoor al veel gezien. Hij loop ook vrolijk door.”

Huis-tuin-en-keukenmenner

“Langzaamaan worden de kleine pony’s voor de grotere verruild, maar mochten mijn dochters ooit het mennen leuker vinden dan het rijden dan wil ik dolgraag weer Welsh A- of B-pony’s. Die vind ik toch wel het allerleukste van wat we ooit hebben gehad. We zijn puur recreatief met de pony’s bezig en genieten enorm van de ritten door het bos, maar ook gewoon van lekker rommelen met de pony’s in de wei. We zullen niet altijd alles volgens het boekje doen, maar door het gewoon te doen, adviezen ter harte te nemen en goed naar te pony’s te kijken, hebben we er samen plezier aan! Ik zeg: Ik ben een huis-tuin-en-keukenmenner”

Tekst: Rianne de Bruin voor Mensport

Foto’s: Privébezit

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding