Afbeelding

Alles over wondverzorging

Verzorging Opvallend Verzorging

Elke paardeneigenaar krijgt er vroeg of laat mee te maken: een verwonding aan het paard. En dan? Moet de wond wel of niet met betadine worden schoongemaakt? Moet de wond wel of niet gehecht worden? Moet er wel of geen verband om? Moet er een dierenarts naar kijken? Is de wond levensbedreigend?

Inschatten van de verwonding

Allemaal belangrijke vragen. Wonden bij paarden hebben vele aspecten die het inschatten van de ernst van de wond niet altijd even makkelijk maken. Aan sommige grote verwondingen hoef je niks of bijna niks te doen. Deze zullen mooi genezen en je ziet er later niets meer van. 

Klein wondje, grote gevolgen

Bij andere verwondingen moet wel degelijk gelijk actie worden ondernomen. Zo kan een klein gaatje op een vitale plaats (bijv. bij een gewricht) desastreuze gevolgen hebben als er niet snel gehandeld wordt. Het is dus erg belangrijk om het een en ander over wonden te weten. Mocht het paard nu onverwachts een verwonding oplopen, dan weet je waar  op te letten en hoe adequaat te handelen.

Slechte wondgenezing bij paarden

Paarden zijn de topatleten van het dierenrijk, met een lichaamsbouw om zich snel te kunnen voortbewegen. De grote sterke spieren zitten allemaal dicht bij de romp, terwijl in de onderbenen voornamelijk de pezen van spieren aanwezig zijn. Deze bouw heeft een erg gunstig effect op de snelheid en efficiëntie waarmee ze kunnen bewegen. 

De prijs die daarvoor betaald wordt, is een slechte wondgenezing in het onderbeen. Verwondingen bij paarden genezen slecht. Zeker in vergelijking tot andere diersoorten zoals bijvoorbeeld hond en kat, maar ook vergeleken met de mens. 

Locatie van de wond

Binnen de verschillende paardenrassen zit ook verschil in de wondgenezing. Zo zal een wond aan een been van een Arabier er veel langer over doen compleet te herstellen dan een vergelijkbare wond bij een Quarter. Verder is de plaats van de wond op het lichaam een factor die van invloed is. Je kunt stellen dat alle wonden boven voorknie en sprong - daar waar nog vlees zit, stukken beter genezen dan de wonden meteen aan de oppervlakte.

Paarden versus pony’s

Opmerkelijk is dat onze pony’s een stuk sneller en efficiënter van een huidwond genezen dan paarden. Door naar de verschillen tussen die twee te kijken, is veel onderzoek naar wondgenezing gedaan. Hoe kunnen we de wondgenezing zo sturen en stimuleren dat het paard geneest als een pony? Gebleken is dat het grootste verschil vooral gemaakt wordt in het eerste stadium van de wondgenezing: de ontstekingsfase. Bij een pony treedt een snelle en efficiënte ontstekingsreactie op, waarbij de hele wondgenezing voorspoediger gaat.

Verschillende fasen

Ontsteking

Allereerst gaat een verwonding na het ontstaan ervan en tijdens het verdere genezingsproces door verschillende fasen van genezing. De eerste fase van de wondgenezing is de ontstekingsfase. Deze fase start gelijk na het ontstaan van de wond en kan twee tot vijf dagen duren. Deze fase wordt gekenmerkt door het rood en warm worden van de plek van de wond. Ontstekingsbloedcellen (met name de leucocyten) worden naar de plaats van de verwonding getrokken en concentreren zich hier. Ze zorgen voor een locale afweer en stimuleren verschillende processen van de wondgenezing, waaronder de wondrandcontractie. 

Proliferatie

De tweede fase van de wondgenezing is de proliferatiefase. Deze fase kan twee dagen tot drie weken duren. Het is de fase die in de eerste plaats wordt gekenmerkt door de groei van granulatieweefsel. Het granulatieweefsel is een erg sterk doorbloed, helder roze en snelgroeiend weefsel, dat het volledige wondoppervlak snel opvult. Op de tweede plaats vindt retractie plaats van de wondranden: de wond krimpt. En ten derde is er epithelisatie van de wondranden: vanuit de huidranden wordt een nieuwe huidzoompje (epitheel) gevormd dat naar binnen groeit. 

Remodellering

De derde fase is de remodelleringsfase. Deze fase kan drie weken tot twee jaar duren. In deze fase wordt nieuw bindweefsel gevormd. Dit bindweefsel verhoogt de trekkracht van de oude wond. Het overgebleven litteken kan maximaal tachtig procent van de oorspronkelijke trekkracht van de huid terugkrijgen en zal dus altijd zwakker zijn dan de normale huid.

Acute wond

Je krijgt te maken met een acute wond. Wat staat je te doen? De behandeling van een verwonding begint altijd met schoonmaken. Hierbij is het belangrijk geen agressieve schoonmaakmiddelen te gebruiken en heeft schoon leidingwater de voorkeur. De dierenarts zal in zo’n geval meestal een steriele fysiologische zoutoplossing gebruiken. ls de wond mooi schoon is kun je de ernst het beste inschatten. 

Drukverband


Blijft de wond erg bloeden dan is het belangrijk een drukverband aan te leggen en zo de bloeding te stelpen. Zit de wond ter hoogte van een gewricht (of peesschede of slijmbeurs), dan is het belangrijk om te weten of dit is aangedaan of niet. 

Gewrichtsontsteking

Elke verwonding is per definitie geïnfecteerd met bacteriën. Indien een gewricht bij een verwonding is geopend, is er een grote kans op een septische artritis: bacteriële gewrichtsontsteking. Deze ontstekingen kunnen heel hardnekkig zijn en zijn daarom erg lastig te behandelen. Bij een verdenking hiervan moet direct de dierenarts ingeschakeld worden. 

Schaafwond

In het meest simpele geval hebben we slechts te maken met een schaafwond. Hier is geen dierenarts bij nodig. Is de huid wel helemaal door, dan heeft het altijd de voorkeur de wondranden zo goed mogelijk weer aan elkaar te hechten (dit heet genezing per primam). 

Hechten

De eigen huid is natuurlijk de beste pleister. Soms is bij de verwonding een stuk van het vel verloren gegaan en is het niet mogelijk alles bij elkaar te hechten en de wond te sluiten. In zo’n geval moet het missende gedeelte huid weer opnieuw aangroeien (dit heet genezing per secundam). Hierbij ontstaat vaak een groot litteken. Een groot litteken kan, doordat het nauwelijks elastisch is, een probleem zijn voor de beweging van het paard.

Wondzalf

Er zijn legio wondzalven, wondsprays en andere middelen op de markt. Allemaal hebben ze weer met verschillende werkingsmechanismen. Toch is geen middel te krijgen dat alle fasen van het genezingsproces bevordert. Het ene middel bevordert bijvoorbeeld een snelle granulatie terwijl dit middel te veel granulatie veroorzaakt op het moment dat de wond is volgegranuleerd. 

Nu zal er een ander middel gebruikt moeten worden die de hypergranulatie (vorming van wildvlees) tegengaat. Het is dus belangrijk het juiste middel in het juiste stadium te gebruiken, maar ook niet langer dan dat.

EHBO bij verwonding


Je hebt te maken met een acute lelijke wond aan het been. Deze wond moet door een dierenarts worden behandeld. De eerste hulp bestaat uit het aanbrengen van een hydrogel in de wond. Deze gel houdt de wond mooi vochtig en geeft bescherming. De wond wordt afgedekt met een steriel gaasverband. Hieromheen gaat een dikke laag watten. Dit alles wordt om het been gehouden met een zwachtel. Afhankelijk van de situatie kan het paard nu op de dierenarts wachten of naar de kliniek vervoerd worden.

De dierenarts

Na het verwijderen van het tijdelijke verband zal de dierenarts een inschatting maken van de ernst van de wond. Belangrijk hierbij is welke structuren allemaal zijn aangedaan. Zijn er gewrichten of pezen bij betrokken? Is de bloedcirculatie van de ondervoet nog intact? Is er ook bot geraakt? Heeft het paard zijn tetanusvaccinatie gehad? 

Afhankelijk van de ernst en locatie kan het paard staande behandeld worden, of moet het onder algehele narcose gebeuren. Onder algehele narcose kan de dierenarts een wond vele malen beter schoon krijgen (debridement) en hechten. De nadelen van het onder narcose behandelen zijn de extra kosten en het anesthesierisico. 

Hechten van de wond


De dierenarts zal er altijd naar streven zo veel mogelijk huid weer dicht te hechten, ook al wordt er verwacht dat de wond met een paar dagen weer open kan knappen. Elke gewonnen centimeter is er namelijk één en kan uiteindelijk een hoop ellende besparen.

Om de acute wond bij het paard te stimuleren tot een snelle en efficiënte ontstekingsreactie kunnen tegenwoordig alginaten gebruikt worden. Alginaten (komt van zeealgen) hebben de eigenschap de acute ontstekingsreactie te bevorderen. Indien mogelijk moet een acute wond na behandeling altijd in het verband. Verband beschermt de wond en houdt het wondmilieu warm. Een warm milieu bevordert alle processen in en rond het wondoppervlak.

Vertraagde wondgenezing

Dat een wond zich niet wil sluiten, is een bekende klacht. Als een wond niet goed of niet verder geneest, kunnen daar verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen. Deze oorzaken hebben altijd als gevolg dat het genezingsproces wordt vertraagd. 

Wildvlees

Paarden staan er om bekend dat ze makkelijk veel wildvlees vormen. Wildvlees is granulatieweefsel. Een wond heeft dit nodig om het gat op te vullen en een bedding te vormen voor de overgroeiende huid. We zien vaak dat dit granulatieproces ontspoort, het blijft doorgroeien en er ontstaat wildvlees. De huidranden kunnen als gevolg daarvan niet meer naar elkaar groeien: er zit een ‘bloemkool’ aan wildvlees tussen. 

Dus aanvankelijk heeft een wond het granulatieweefsel nodig. Is de wond eenmaal volgegranuleerd, dan moet het granulatieproces afgeremd worden. Indien er al wildvlees is, moet dit weggesneden worden. Voordeel hierbij is dat het geen zenuwen bevat en het paard er dus weinig van zal voelen, een nadeel is echter dat het altijd enorm gaat bloeden. 

Sequestrum

Is er geen wildvlees te zien en had de wond eigenlijk al lang gesloten moeten zijn, dan is er dus iets aan de hand. Met name als er bij de acute verwonding een gedeelte van het bot heeft blootgelegen, is de kans op een dood stukje bot (sequestrum) aanwezig. Met een röntgenfoto kan dit vermoeden bevestigd worden. Zo’n dood stuk bot wordt door het lichaam als lichaamsvreemd gezien. Net als bij een dikke splinter in je duim zal ook hier de wond net zo lang pus blijven produceren, totdat het lichaamsvreemde materiaal (het dode bot) is verdwenen. Het is verstandig dit proces te helpen en het dode stuk bot te verwijderen. 

Ook niet levensvatbare stukjes pees die in de wond zijn achtergebleven, kunnen op eenzelfde manier de genezing hardnekkig vertragen. Een enkele keer zie je een wond die niet voor- of achteruit gaat. Als regel moet je bij iedere verbandwissel vooruitgang zien. Op deze wonden zit een kaasachtig laagje: een zogenaamde biofilm. Deze biofilm bestaat uit suikerachtige stoffen. Wanneer deze wond niet behandeld wordt, zal hij maandenlang hetzelfde blijven. 

Epithelisatie

Een hardnekkige oude wijsheid is: wonden aan de lucht te laten drogen. Je krijgt dan een dof en donkerbruin wondoppervlak. Vaak zit in oude wijsheden een kern van waarheid. In dit geval is het al enige tijd wetenschappelijk aangetoond dat het laten indrogen van een wond erg nadelig werkt op de wondgenezing. Het groeien van de wondranden (de epithelisatie) gaat nu eenmaal het snelst in een vochtig en warm milieu. Dit milieu tref je ook aan onder een ogenschijnlijk droge bloedkorst die het wondoppervlak als pleister bedekt. 

Huidtransplantatie 

Bij wonden waarbij de huid niet geheel te sluiten is, kan een huidtransplantatie uitkomst bieden. Bij een huidtransplantatie houd je een veel kleiner litteken over. Afgezien van het cosmetische aspect kan een erg groot litteken een paard ook in zijn bewegingen belemmeren. Littekenweefsel is namelijk veel minder elastisch dan normale huid en kan bij beweging onaangenaam gaan trekken. Bij sportpaarden met een grote open wond, waarbij een oppervlak van 6 x 6 cm of groter niet dicht te hechten is, is een huidtransplantatie geïndiceerd. 

MEEK transplantatie

Er zijn verschillende transplantatietechnieken. De MEEK techniek is tegenwoordig standaard. De huidtransplantatie wordt vaak niet in het acute stadium gedaan, maar pas na een aantal dagen, als de wond verder onder controle lijkt. Voor de hele transplantatie procedure moet het paard onder algehele narcose. Met een speciaal mes dat iets weg heeft van een grote kaasschaaf wordt het transplantaat van de eigen huid gewonnen. 

Deze huid komt van de borstkas. Op deze plaats is de huid erg elastisch en kan weer makkelijk worden gesloten en gehecht. Van het gewonnen plakje huid worden met een speciaal apparaat allemaal kleine (2 x 2 mm) stukjes gesneden. Deze stukjes worden in de wond aangebracht, zodat het hele oppervlak wordt bedekt. Hierbij is het belangrijk dat de stukjes transplantaat  zo worden aangebracht dat de oorspronkelijke groeirichting van de haren aan de borstkas nu overeenkomt met de richting van het been. 

Mocht dit per ongeluk mis gaan, dan krijg je een been met vreemde omhoogstaande haren. Een week na het aanbrengen weet je of het transplantaat gehecht heeft. De grote wond zit nu vol met kleine eilandjes huid. Vanuit de eilandjes groeit de wond nu een stuk sneller dicht. 

Tekst: Reinder Schuurmans 

Afbeelding
Afbeelding
Hechten
Afbeelding