Afbeelding

Vier toepassingen voor een vetrijk rantsoen

Verzorging Opvallend Verzorging

Wanneer een normaal krachtvoer wordt gevoerd, bevat het rantsoen veel granen en is daardoor zetmeelrijk. Het zetmeel dient als energiebron die voornamelijk wordt gebruikt bij inspanning. Vetten, bijvoorbeeld uit plantaardige olie, zijn een meer geconcentreerde bron van energie, met een andere werking in het paardenlichaam. 

Zo worden bij de verbranding van vetten voor energie geen afvalstoffen geproduceerd en maakt vet, in tegenstelling tot zetmeel, een paard niet ‘heet’. Hieronder vier situaties waarin een vetrijk rantsoen een uitkomoest kan zijn.

Duursport (mendurance)

Vet levert per gram drie keer meer energie dan zetmeel. Bovendien kunnen paard vet veel efficiënter verteren en omzetten dan zetmeel, waardoor er minder kans is op verteringsproblemen. Paarden die in de wedstrijdsport lopen in bijvoorbeeld de mendurance, hebben voordeel bij een vetrijk rantsoen, omdat er met relatief weinig voer veel energie geleverd kan worden en tijdens inspanning minder afvalstoffen ontstaan die vermoeidheid in de spieren veroorzaken.

‘Hard keepers’ en senioren

Hard keeper is een Engelse uitdrukking voor een paard dat moeilijk op gewicht te houden is. Senioren vallen ook vaak in deze categorie. Ook voor deze paarden is een vetrijk rantsoen geschikt. Vaak zijn eigenaren geneigd om zo’n paard extra krachtvoer te geven, maar als het krachtvoer zetmeelrijk is, is de kans op verteringsproblemen groot. 

Met een vetrijk rantsoen kan met minder voer dezelfde hoeveelheid energie aangeboden worden en bovendien is vet een ‘veilige’ energiebron: paarden kunnen het heel efficiënt verteren, waardoor de kans op verteringsproblemen nihil is.

In een graanvrij rantsoen voor sportpaard

Graanvrij of zetmeelvrij voeren wordt steeds populairder, ook voor sportpaarden. Sportpaarden kunnen op zo’n rantsoen (onbeperkt ruwvoer met eventueel bietenpulp of graanvrij krachtvoer) een tekort krijgen aan energie. Door dagelijks plantaardige olie (tot 300 mg p/dag) of een vetsupplement aan het rantsoen toe te voegen (bijvoorbeeld door de bietenpulp mengen), wordt het energietekort aangevuld.

Stijfheid/spierbevangenheid/typing-up

Wanneer een paard snel last heeft van zijn spieren, tijdens of na het werk, betekent dit in de meeste gevallen dat er geen goede warming up is gedaan. In sommige gevallen betekent het echter dat er iets mis is met de koolhydraatstofwisseling in de spieren of de afvoer van melkzuur (de afvalstof na verbranding van koolhydraten in de spieren). 

Omdat er bij de verbranding van vet geen melkzuur wordt geproduceerd, is een vetrijk rantsoen zeer geschikt voor paarden die snel spierbevangen zijn of bijvoorbeeld lijden aan (de erfelijke vorm van) tying-up ((R)ER, (recurrent) exertional rhabdomyolysis). Het metabolisme van een paard heeft tijd nodig om te wennen aan een vetrijk rantsoen, zeker in het geval van een ruime toevoeging (vanaf 50ml per dag) van plantaardige olie. 

Opbouw van het rantsoen

Introduceer een vetrijk rantsoen altijd langzaam; bouw in ongeveer twee weken op naar de uiteindelijk hoeveelheid. De meeste paarden moeten even wennen aan de smaak en een plotseling overgang naar een vetrijk rantsoen kan leiden tot vetdiarree.

Bron: De Hoefslag | Foto: Isa Wessels