Afbeelding
Sabine Timman

Kleine ophoudingen

Als Lysanne klaar is om aan te draven, mag ze van Riny met meer impuls wegdraven. “Pak voor het wegdraven je teugels iets meer op en wek de impuls op vlak voordat de draf zich inzet. Waar je in stap met je handen meegaat in de beweging, houd je in draf je handen nagenoeg stil. Je zet je handen niet vast, want je moet contact blijven houden. Soms vraag je iets meer, bijvoorbeeld als je een wending wilt rijden. Ik doe dat altijd door de richting aan te geven door met de hand waar ik naartoe wil wenden kleine ophoudingen te maken. Dat ziet niemand, maar voelt het paard wel. Dat is dus de voorbereiding. Is het zo ver dat we naar links moeten wenden dan vraag ik iets meer en sta met mijn buitenhand toe. Dan krijg je een mooie vloeiende wending zonder dat je paard schrikt. Dat sturen van de voltes ziet er fijn uit, maar jouw paard duikt wel regelmatig omlaag. Op de hand waarop je paard het meeste gaat hangen, ga je daarom een kleine ophouding maken net als bij dat sturen.”