Afbeelding
Sabine Timman

Eén basistempo

Als Karin van hand verandert, merkt Saskia op dat Igor linksom iets strakker in zijn lijf zit. “Om te voorkomen dat hij in de volte naar binnen valt, vraag je met je binnenhand stelling. Als je voelt dat hij toch naar binnenvalt, maak je met de buitenhand een ophouding, één of twee passen, en dan open je deze hand weer. Voordat je aandraaft gaan we eerst terug naar de makkelijke hand en dan draaf je weg. Daar mag hij actiever draven, het ziet er nog behouden uit nu. Vooral in je wending moet je zorgen dat je toe rijdt. Hij hoeft niet harder, maar houd hem aan het werk. Nu varieert het tempo nog heel erg van zacht naar hard, probeer nu gewoon één tempo te rijden en hem daarin te houden. Heel goed! Nu heb je je basistempo te pakken. Van hieruit kan je verzamelen, maar ook naar middendraf. Dat voelt misschien nog niet zo, maar als hij terugkomt in tempo dan krijg je een hakkeltje wat wordt weggeschreven als tactfout. Let erop dat je hem niet loslaat aan de voorkant, want dan valt hij uit elkaar. We willen dat hij zijn lichaam aanspant en zichzelf boller maakt. De energie uit het achterbeen moet niet aan de voorkant de grond instromen, maar wil je juist gebruiken om die voorkant te laten rijzen.”