Afbeelding
Gemma Jansen

Hart op de juiste plek

Onlangs viel de officiële uitnodiging van de FEI op de mat bij Marion Koornneef. Daarin werd ze gevraagd als jury voor het WK Enkelspan halverwege september in het Franse Haras du Pin. Hoewel zeer bescheiden is ze er heel trots op dat ze hiervoor is gevraagd.

De in het pittoreske Meerkerk woonachtige Marion vertelt: “Ergens rond het jaar 2000 deed ik mee aan verschillende menwedstrijden. Als ik het protocol terugkreeg, was ik soms best teleurgesteld. Niet eens vanwege de punten, want die hebben me nooit veel geïnteresseerd, maar vooral door de onduidelijke uitleg die de jury gaf. Ik wilde graag handvatten om mezelf te verbeteren en die kon ik op die protocollen maar zelden vinden. Ik ben het type van ‘niet zeuren, maar zelf iets veranderen’ en dus volgde ik allerlei jurycursussen, tot en met het hoogste niveau. Sinds 2017 mag ik ook internationaal jureren. Nadat mij uitdrukkelijk was gevraagd om te solliciteren, heb ik hiervoor ook een opleiding gevolgd. Ik heb in de menwereld nooit gevraagd of ik mocht komen jureren, blijkbaar word ik dus gewaardeerd om al mijn opgedane kennis en kunde en dat geeft mij veel voldoening.”

Grootvaders genen

Marion is geboren op het eiland Rozenburg en groeide op in een gezin met vier kinderen, waarvan zij de enige was met liefde voor paarden. “Mijn moeder is opgegroeid op een boerderij en haar vader bewerkte het land nog met paarden. Mijn andere grootvader verdiende de kost als hoefsmid. Over hem werd verteld dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog alle paarden op het eiland vernagelde en ze allemaal stokkreupel waren toen de Duitsers kwamen om ze te vorderen. Die hadden natuurlijk niets aan kreupele paarden en gingen onverrichter zake weer weg. Waarschijnlijk heb ik de liefde voor paarden meegekregen van mijn beide grootvaders. Hoe dan ook, ik kende in mijn jeugd iedere pony en paard op het eiland en was er altijd wel eentje aan het aaien of verzorgen. De dichtstbijzijnde manege zat vijftien kilometer verderop, dat was toentertijd, ook financieel, geen optie. Vanaf dat ik veertien jaar was, ging ik in mijn vrije tijd rijden bij een inmiddels al overleden paardenhandelaar. Daar heb ik heel veel van geleerd. Hij kocht overal vandaan paarden en dat waren echt niet altijd de makkelijkste. Hij kon heel goed met paarden omgaan, maar zoiets als longeren deed hij niet. Zadelmak maken betekende: hup, een zadel erop en gaan. Ik was toen nog nergens bang voor, hoewel ze best wel eens aan de kletter gingen.”

Veelzijdige Fjord

Na de middelbare school ging Marion naar de Politieschool in Amersfoort: “Vlakbij was een manege en daar kreeg ik voor het eerst van mijn leven rijles. Op een gegeven moment mocht ik ook bosritten maken, prachtig om te doen. Nadat ik mijn opleiding had voltooid, ben ik 25 jaar werkzaam geweest bij de politie. Natuurlijk heb ik genoeg gezien en meegemaakt, maar niemand heeft mij ooit kwaad gedaan. In die tijd trouwde ik ook met Frank en samen kregen we drie kinderen; twee zonen en een dochter. Toen er de ruimte voor was, kocht ik een Fjord. Dat vond ik een leuk ras en een IJslander was toen nog te duur. Ik reed deze Fjordenmerrie Ilseborg toen voornamelijk onder het zadel. Begin jaren ’90 is ze beleerd voor de wagen. Voornamelijk omdat dan de hele familie meekon. Met een Van der Wee-bandenwagentje vervoerde ik Sinterklaas en Zwarte Piet en dat gebruikte ik ook voor kinderfeestjes. Toen de merrie voor de tweede keer ernstig koliek kreeg, moesten we haar laten inslapen. Heel verdrietig, maar ik wilde per se weer een paard. Dit werd Maudy, een echte sportfjord. Ik reed haar onder het zadel en sprong er zelfs een meter mee. Ze was een superfijn menpaard en een op en top-voltigepaard. Ik volgde een opleiding tot assistent instructrice voltige en trok verschillende jaren met twee teams door het hele land. Mijn dochter zat ook in een van die teams.”

Coaching met IJslanders

Kan niet tegen onrecht

Naast Maudy had Marion voor het voltigeren ook nog de Holsteiner Lucky. “Verschillende weekenden werden om zes uur alle kinderen bij mij gedumpt. De wedstrijdpaarden werden ingeladen en met een trailer achter onze Renault Master met zeven gordels reed ik door heel Nederland. Ik spreek nu nog regelmatig mensen, toen kinderen, die allemaal met veel plezier terugkijken op die tijd. Destijds was ik lid van De Develruiters, want we woonden in Heerjansdam. Het was daar altijd heel druk op de wegen en eigenlijk kon je daar niet mennen. Toen de Hogesnelheidslijn langs ons huis kwam te liggen, zijn we vertrokken naar Meerkerk. Hier is het veel rustiger en kun je wel de straat op met een paard. Maudy is 28 jaar geworden en is nog niet zo lang geleden ingeslapen. Toen ik besloot te stoppen bij de politie had ik niet zo goed in mijn hoofd wat ik wilde gaan doen. Na wat omzwervingen ben ik gaan doen wat ik nu nog met heel veel plezier doe: coaching met behulp van paarden. In mijn geval met mijn twee IJslanders Surtur fra Hofadyn en Goliat fra Kattastig. Zo mooi om iedere keer te zien hoe paarden mensen kunnen raken en hoe mensen ‘ontdooien’ door hun contact ermee. Met deze IJslanders men ik enkel- en tweespan. Op de verlanglijst staat nog opnieuw aan de gang met Surtur en Goliat in een tandem-aanspanning. Een moeilijke manier van mennen, waarbij gehoorzaamheid vereist is en vertrouwen in je voorpaard. Ik heb lang geleden ook wedstrijd gereden met een tandem en les gehad van een grootheid op dit gebied, Cornelie de Geijter. Een goed lopend tandem is het toppunt van harmonie.”

Spierballen versus gevoel

Hoewel Marion vanwege allerlei drukte momenteel geen wedstrijden meer ment, heeft ze dat behoorlijk fanatiek gedaan. Het meest succesvol daarin was ze met een New Forester. “Deze Animo heeft verschillende keren op het NK gelopen en voor de leuke wedstrijden reden we door heel Nederland. Met hem heb ik een keer gewonnen op de Achterhoekse Paardendagen in Zelhem. Naast Animo heb ik meerdere paarden uitgebracht in de Z-dressuur en -vaardigheid en in de klasse 3 samengesteld. Frank stond altijd achterop als groom. Goede prestaties kwamen niet uit de lucht vallen, want ook ik ben door schade en schande wijzer geworden. Ook ik heb een instructeur gehad waarvan alleen mijn spierballen groeiden, maar niet mijn gevoel voor het rijden. Gelukkig heb ik kunnen ervaren hoe je op je pinken kunt rijden. Mijn passie is dan ook geworden: met respect voor je paard rijden met gevoel. De mensport heeft al een flinke stap voorwaarts gedaan; vroeger toen de kinderen nog klein waren, gingen we kijken bij de wedstrijd in Beekbergen en dan zag je serieus grote wonden als de paarden de marathon uitkwamen. Als er nu maar een druppel bloed te zien is, dan moet er worden gestopt en dat is natuurlijk een goede zaak, hoe zuur soms ook voor de menner. Het zweepgebruik is eveneens sterk verminderd.”

Gelaten en mechanisch

Als jury krijgt Marion regelmatig te maken met boze of teleurgestelde menners die verhaal komen halen. “Als politie kreeg ik best veel over me heen in de emotie van het moment. Daar heb ik goed mee om leren gaan. Heel vaak komen mensen een half uur later hun excuus aanbieden. Heel belangrijk vind ik dat ik goed kan uitleggen wat ik zie. Ik kom op wedstrijd nog teveel ‘dode’ paarden tegen, met weggedrukte ruggen of opengesperde monden. Van die paarden die gelaten en mechanisch doen wat van ze wordt gevraagd, maar geen enkel enthousiasme of blijheid tonen. Paarden zijn van nature dieren die dagen achter elkaar lopen over de prairie en hun kostje zelf opscharrelen. Wij sluiten ze op in een hok en geven ze maar beperkt vrijheid. Vervolgens leggen we er zadels op en hangen er karren achter. Meestal zijn wij hun taal niet eigen en snappen ze ons helemaal niet. Op de goede manier vragen aan ze stellen, daar is nog een wereld in te winnen. Ik zeg wel eens tegen mensen die bij me komen vanwege hun protocol: ‘Geef me je hand eens en ga de beweging in de mond en hals van het paard leren volgen.’ Aanvoelen is het toverwoord als je de goede connectie met je paard wilt maken. Ik gruw van opengesperde monden en pleit altijd voor een stiller contact.”

Steeds verbeteren

Marion vervolgt: “Ik houd ook nooit mijn mond dicht bij onrecht. Als een menner in de hindernis zijn paard teveel slaat, dan waarschuw ik en hou in de gaten of hij zich in de volgende hindernis wel gedraagt. Dat blijf ik doen en als me dat niet meer toegestaan wordt, dan is het wat mij betreft klaar. Paardenwelzijn ligt onder een vergrootglas. Als we over twintig jaar nog willen mennen, dan zullen we onszelf moeten blijven bijschaven. Een menner moet zich elke wedstrijd proberen te verbeteren en dat wil ik voor mezelf ook. Ik wil zien waar andere juryleden zich aan hebben gestoord of wat zij juist goed vonden. Door daarover na te denken en te discussiëren is voor mij de manier om nog eenduidiger te beoordelen. Frank is inmiddels FEI-steward en we hebben al heel wat wedstrijden ‘samen’ gedaan. Naar Saumur ben ik onlangs alleen geweest, dat was een tering-eind rijden en saai in mijn eentje. We hebben ook het WK Paramennen ‘gedaan’, dat was enorm leuk. Dinsdags erheen en zondag weer naar huis. Bijna alle juryleden zijn inmiddels goede kennissen. Het is onder elkaar heel gezellig en we maken samen ook wel eens uitstapjes. Dit jaar ben ik als jury in het Franse Saumur geweest, in het Duitse Bühl, in het Engelse Sandringham en het Schotse Hopetoun en naast Haras du Pin staan nog enkele mooie wedstrijden op de agenda.”

De kern

“We hebben inmiddels al aardig wat wedstrijden mogen meemaken. Het is belangrijk dat de sfeer op een wedstrijd leuk is en wat dat betreft is de toiletjuffrouw net zo essentieel als de voorzitter; als je geen schone toiletten hebt is dat een smet op een wedstrijd. Kortom, we doen het allemaal samen en dat is misschien ook wel de kern van de mensport!", zo besluit Marion.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding