Bochtenwerk
Rudolf laat Mieke op haar eigen manier losrijden op het mooie trainingsveld met prima grasbodem. Hij constateert dat de merrie rechtsom wat fijner is dan linksom. “Probeer ook linksom haar aandacht vast te houden. Let op dat je vóór de bocht, naar links, niet ineens meer tempo vraagt; het wordt dan iets te ongecontroleerd. Blijf snel op links en laat los op het moment dat ze weer recht is.” Nynke pakt meteen meer tempo na de wending. “Pas op, ze gaat er eigenlijk in uitgestrekte draf vandoor! Laat haar wachten op jou. Maak maar eens een grote volte. Houd het klein op links voordat je de volte opdraait en houd rechts niet te strak, maar houd wel de hand eraan.
Hooo, ophouding met twee handen en links weer ontspannen. Dit herken je waarschijnlijk wel van onder het zadel? Ja, je zou op dit moment met je been inkomen. Nu moet je het oplossen door haar voorwaarts te drijven met een klikje. Zij is alleen zo fanatiek, dat je daarin voorzichtig moet zijn. Houd je buitenhand eens iets lager en eraan? En dan klein blijven met je linkerhand. Liever tien, vijftien van die kleine ophoudinkjes dan één grote, want dan verstoor je de aanleuning teveel.” Mieke geeft aan dat ze zich nog wat buitenspel gezet voelt. “Ze draait haar hoofd naar buiten.” Rudolf: “Maar het tempo is zo wel veel beter en ze loopt meer gelaten."
