4x (Bij)voeren tijdens vorst en sneeuw

Ruwvoer als warmtebron

Ruwvoer is voor een paard letterlijk ‘brandstof’. Het zorgt voor veel activiteit in de darmen; deze verteringsprocessen leveren veel meer warmte dan de vertering van krachtvoer. Daarom is het bijvoeren van ruwvoer in de winter belangrijk, voor zowel buitenpaarden als stalpaarden: het levert energie en zorgt voor extra lichaamswarmte, waardoor het paard daar zelf weinig extra energie in hoeft te steken.

Weerstand

Bij koud winterweer komen verkoudheden en algehele weerstandsvermindering veel voor. Vaak heeft dit te maken met grote temperatuurschommelingen: deken op, deken af, van binnen naar buiten en andersom, enzovoort. Ook tocht op stal kan een boosdoener zijn. Met een goed dekenbeleid (let op de timing bij het gebruik van een uitrijdeken bij de warming up en cooling down (!) en een goede ventilatie kun je veel voorkomen en zijn supplementen ten behoeve van de weerstand niet nodig.

Water

Paarden drinken minder water wanneer het water kouder is dan 7 graden Celsius. Als ze kunnen kiezen tussen warm en koud water, kiezen ze altijd voor koud. Vooral voor stalpaarden is de watertemperatuur een aandachtspunt; bij een te lage wateropname raken ze snel verstopt. Bij buitenpaarden is het zaak om bij strenge vorst een aantal keer per dag een drinkmoment in te lassen met vers, niet al te koud water.

Extra aandacht voor senioren

Oudere paarden hebben het tijdens winterweer extra moeilijk: ze hebben meestal minder reserves en kunnen vaak niet meer goed met ruwvoer overweg. Voer paarden met een gebrekkig gebit ruim bietenpulp en gehakseld ruwvoer bij om de darmen goed actief te houden en daarmee voor extra warmte te zorgen. In de winter verliezen veel paarden gewicht. Vooral bij paarden die weinig in de hand zijn, maar wel met een deken op buiten lopen blijft dit onopgemerkt. Leg je paard in de winter alleen een deken op wanneer het echt noodzakelijk is en houd de conditie steeds goed in de gaten!

Bron: De Hoefslag